Stilstaan bij de vergrijzing op de Dag van de verpleging

dag-van-de-zorgVroeger wist ik het al, toen ik een jaar of vijftien was, dat ik de verpleging in wilde. Altijd al was ik aan het verzorgen, ik heb het een beetje van huis uit meegekregen ook namelijk. Het leek me een heel dankbaar beroep, omdat je mensen echt heel sec aan het helpen bent, omdat je ze echt ondersteunt met bijvoorbeeld de heel dagelijkse dingen die ze zelf niet meer kunnen. Ik ben na jaren van omzwervingen rond mijn dertigste uiteindelijk in de thuiszorg beland en daarin werk ik nu ook alweer een jaar of tien. Mij bevalt het beroep nog steeds erg, al vind ik het zonde te zien hoe er gesneden wordt in de tijd, je haast je echt van hot naar her terwijl er soms juist extra aandacht aan mensen besteed dient te worden – die zit bijvoorbeeld ook in doorvragen over dingen in plaats van alleen de voet van die en die patiënt verbinden, om maar een voorbeeld te noemen. Het is goed dat er zoiets als de Dag van de verpleging bestaat aangezien we op dat moment collectief kunnen stilstaan bij hoe belangrijk een beroep als de verpleging is voor mensen. En het gaat alleen nog maar belangrijker worden, met de vergrijzing die inmiddels al vergaand bezig is natuurlijk. De Dag van de verpleging staat ook hier bij stil, want hoe gaan we toekomst in met een groep van inactieven die alleen maar groter wordt, terwijl de groep die de zorg kan bieden alleen maar kleiner wordt? Ik denk dat in de toekomst veel gevraagd wordt van de kinderen van deze ouderen zelf, maar dat wordt in sommige gevallen een flinke kluif, want niet altijd is die mantelzorg er maar zo vanzelfsprekend aanwezig. Er komen meer lasten op de schouders van mensen die niet als verpleger worden opgeleid en ik hou mijn hart vast over hoe dat allemaal moet gaan.